1058
29 DECEMBER 1925.
De VOORZITTER vraagt, of de heer Elich er mede
accoord gaat, dat zijn voorstel in handen van Burgemeester
en Wethouders wordt gesteld om prae-advies.
De heer ELICH zegt, daarmede accoord te gaan, mits
dat prae-advies spoedig wordt uitgebracht.
De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak tegelijkertijd
met de vaststelling van den vermenigvuldigingsfactor in
behandeling zal komen. Het voorstel van den heer Elich
zal direct naar de Gascommissie gezonden worden om advies.
De heer KOOPERBERG merkt op, dat de Voorzitter
het door hem genoemde cijfer van 35 cent heeft aange
vochten. Spr. heeft nader uitgerekend, dat de gemiddelde
prijs, waarvoor de electriciteit wordt verkocht, 27lji cent
per K. W. U. bedraagt, terwijl in de memorie van toelichting
op de begrooting van het Electriciteitsbedrijf staat, dat een
prijs van 20 cent wordt genoemd Spr. vindt een gemiddelden
prijs van 271/2 cent echter nog te hoog. Het electriciteits
bedrijf is niet in het leven geroepen om er een winstgevend
zaakje van te maken, maar in het belang van de gemeenschap.
De VOORZITTER zal thans niet verder op de zaak
ingaan.
Zonder verdere bedenkingen wordt deze begrooting
alsnu goedgekeurd.
e. Warenkeuringsdienst.
De heer MEIJVIS verklaart, de steller te zijn van de in
het Centraal Rapport voorkomende vraag, betreffende de
keuring van visch. Spr. meent uit het antwoord van Bur
gemeester en Wethouders op die vraag te mogen afleiden,
dat ook zij de keuring van visch in Breda niet voldoende