1066 29 DECEMBER 1925. Gaarne zou ik zien, dat thans den Raad werd medege deeld, waartoe die overweging heeft geleid. De VOORZITTER antwoordt, dat het College nog niet zoo lang geleden doende is geweest om dienaangaande infor maties in te winnen bij andere gemeentebesturen. De inge komen gegevens zullen den Raad in den loop van het jaar worden medegedeeld. HOOFDSTUK III, OPENBARE VEILIGHEID. De heer MOLL wil met een enkel woord terugkomen op de debatten, gehouden in de vergadering van l Decem ber j. 1. Onder het publiek heeft n. 1. de meening post gevat, dat Spr. bij de bespreking van het rapport van den Commissaris van Politie deze persoonlijk heeft aangevallen. Spr. heeft echter niet het rapport van den Commissaris aangevallen, maar hetgeen door derden aan dien functionaris is medegedeeld. Het optreden van den Commissaris op dien bewusten Zondagmiddag in November is niet anders dan correct geweest; Spr. meent dit hier openlijk te moeten verklaren. De VOORZITTER dankt den heer Moll voor diens royale en loyale opmerking, welke ook den Commissaris genoegen zal doen. De heer CERUTTI dringt aan op betere verlichting van den ingang van het Valkenberg aan de zijde van de Catha- rinastraat. Men heeft daar indertijd monumentale lantaarns aangebracht, doch zij branden als een gloeiende spijker. Spr. heeft er den heer K o r t e w e g al eens over gesproken en deze heeft toen gezegd: „Dat komt wel in orde," doch er is tot dusver nog niets in die richting gedaan. Spr. heeft daarom in het Centraal Rapport gevraagd, of de gaslantaarns niet door electrische kunnen worden vervangen. Ook ver zoekt Spr., het fietspad door het Valkenberg beter te ver lichten, ten einde ongelukken te voorkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1066