29 DECEMBER 1925.
1067
De heer KROONE sluit zich aan bij de woorden van
den heer C e r u 11 i.
De heer CERUTTI brengt ook nog de verlichting van
de binnenstad tot 's nachts één uur ter sprake. Nu de raads
vergaderingen vaak tot na middernacht duren is dit wel
noodig. Ook zijn des Zaterdags en des Zondags de café's
tot 1 uur geopend.
De VOORZITTER zegt, dat bij de algemeene beschou
wingen door den heer Van Hattem een opmerking is
gemaakt over het verbod van het mededragen van een
banderolle met het opschrift: „Weg met het militairisme"
in den optocht van 23 Augustus 1925. De optocht heeft
daaronder echter niet geleden. Men moet moeilijkheden
voorkomen, vooral in die dagen toen hier ter stede z. g.
bijzondere oefeningen gehouden werden en in verband
daarmede bijzonder veel militairen in Breda vertoefden.
Verder heeft de heer Van Hattem zich erover beklaagd,
dat eenige fox-trotlustige socialisten in hun danswoede be
lemmerd zijn; hij knoopt daaraan ten onrechte de gedachte
aan partijdigheid vast. Het desbetreffend antwoord in de
Memorie van Antwoord opgenomen is dan ook afdoende.
Wat het overleg met den Algemeenen Bond van Politie
personeel in Nederland betreft; als de heer Van Hattem
de belangrijke debatten gevolgd had, welke hier indertijd
gehouden zijn, dan zou hij die vraag misschien niet gesteld
hebben of misschien zich niet tot Spr., maar tot het bonds-
bestuur hebben gericht met opmerkingen. Spr. heeft te voren
nimmer geweigerd om met die organisatie in overleg te
treden; dit had dan ook regelmatig plaats. Toen heeft zich
de bekende geschiedenis voorgedaan, waarop Spr. thans niet
nader zal ingaan. Spr.'s bezwaar was; in overleg te treden
met personen, die hem openlijk bedoelingen aanwreven,
welke verkeerd en onjuist waren. Er is toen een uitvoerige
correspondentie gevoerd, waarbij Spr. heeft gezegd, dat, als