29 DECEMBER 1925.
1069
De heer KORTEWEG is het volkomen met den heer
C e r u 11 i eens, vooral ten opzichte van de verlichting van
het fietspad door het Valkenberg. Het leggen van een lei
ding ter plaatse zal niet zoo heel veel kosten, f 1400.—,
De VOORZITTER: De zaak zal nader bekeken worden.
De heer BOGMANS zegt, dat, wanneer het blusschen
van de lantaarns bij het Station wat eerder plaats greep,
zonder bezwaar tegemoet gekomen zou kunnen worden aan
den wensch van den heer C e r u 11 i om meerdere verlichting
van den ingang van het Valkenberg.
De heer SPEYART VAN WOERDEN zegt, dat betere
verlichting van het fietspad door het Valkenberg door velen
wordt verlangd. Spr. wenscht een uitspraak van den Raad
in deze, daar hij niet gelooft, dat men door de zaak nader
te bekijken veel verder zal komener zullen zich geen nieuwe
gezichtspunten openen.
De VOORZITTER: Daar er zich geen stem tegen verheft,
zal de zaak nader onder de oogen worden gezien aan de
hand van de aangevoerde argumenten.
De heer VAN HATTEM deelt mede, dat de waarnemend
Commissaris van Politie het verbinden van een danspartij
aan den propaganda-feestavond van den Modernen Metaal-
bewerkersbond misleidend vond met het oog op het doel,
waarvoor de bijeenkomst was belegd. Spr. begrijpt dit niet
een en ander was toch te voren aangekondigd. Spr. kan
het dansverbod dan ook niet anders betitelen dan met
kleingeestig gedoe. Er was hier ongetwijfeld partijdigheid
in het spel.
De VOORZITTER moet daartegen opkomen.