29 DECEMBER 1925.
1073
betreffend antwoord van Burgemeester en Wethouders in
de Memorie van Antwoord neerleggen. Spr. vindt, dat
Burgemeester en Wethouders een welwillende houding hebben
aangenomen ondanks het feit, dat het adres van de Ver-
eeniging „Het Groene Kruis" te laat is ingekomen. Spr.
vraagt, of Burgemeester en Wethouders niet iets gevoelen
voor het jaarlijks uittrekken op de begrooting van een zeker
bedrag voor tuberculose-bestrijding, zooals dat ook wordt
gedaan voor vereenigingen tot bestrijding van drankmisbruik.
De VOORZITTER antwoordt, dat die kwestie bij het
prae-advies over het adres van „Het Groene Kruis" onder
de oogen kan worden gezien.
De heer VAN WERKHOOVENKan zoo n post dan
nog na de behandeling van de begrooting daarop wordt
gebracht?
De VOORZITTER: De begrooting kan immers altijd
nog aangevuld worden.
Volgnummer 115 d. Kosten van de volksbadplaats.
De heer ZIJLMANS zegt het volgende:
Met leedwezen heb ik in de Memorie van Antwoord
gelezen, dat Burgemeester en Wethouders eenigen drang
naar een betere Volksbadplaats in zoo weinig zeggende
bewoordingen ontwijken, en wel omdat wij hier staan voor
een werkelijk onhoudbaren toestand. De inrichting is veel
te klein en, afgezien van het gevaar van besmetting van
het Markwater stroomopwaarts, is het gebruik des zomers
bij droogte en weinig afvoer van rivierwater op zichzelf
onhygiënisch. Reeds een tien of vijftien jaren geleden is het
onhoudbare van dezen toestand door het toenmalige ge
meentebestuur gevoeld en is verbetering bij een commissie
in studie geweest.