29 DECEMBER 1925. 1079 Trouwens, deze zou hoogstwaarschijnlijk wel tegen die be noeming zijn gekant uit een oogpunt van concurrentie. De heer APPELBOOM wijst op het feit, dat de niet- deskundige leden in de Geneeskundige Commissie de meer derheid vormen. De heer Moll gelooft niet de vrijheid te mogen nemen om mededeelingen uit de commissie-ver gaderingen te doen, doch Spr. is van meening, dat de deskundige leden der commissie het juist op prijs zouden stellen, indien het minderheidsrapport aan den Raad zou worden overgelegd. Spr. verzoekt dan ook bedoeld rapport alsnog ter kennis van den Raad te brengen, zij het dan vertrouwelijk. De VOORZITTER zegt, dat daar niets tegen is, mits de Geneeskundige Commissie daarmede accoord gaat. De heer SPEYART VAN WOERDEN geeft in over weging, de Geneeskundige Commissie mede te deelen, dat Burgemeester en Wethouders er prijs op stellen, zoowel een meerderheids- als een minderheidsrapport omtrent die zaak van haar te ontvangen en dat zij voornemens zijn een en ander aan den Raad over te leggen. De VOORZITTER: We zullen een en ander ter kennis van de Commissie brengen. Volgnummer 115B wordt daarop onveranderd goedgekeurd. HOOFDSTUK V, VOLKSHUISVESTING. De heer ZIJLMANS: Ik geef in overweging om de zeer ongelijksoortige deelen, waaruit dit hoofdstuk hestaat, voor taan in twee afzonderlijke paragrafen te rangschikken, te weten in „Exploitatie gemeente-woningen" en „Bouwpolitie,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1079