29 DECEMBER 1925.
1091
De heer KOOPERBERG En U was dit in de commissie
vergadering met mij eens
De heer MOLL: De Directeur heeft er juist naar ge
streefd zoo veel mogelijk bezuinigingen aan te brengen. De
arbeidsloonen gaan evenwel steeds omhoog, tengevolge van
het toekennen van periodieke verhoogingen. Daardoor wor
den de uitgaven van den dienst steeds grooter. De auto
beerwagens zullen juist bezuiniging geven. Wat de door
den heer Kooperberg genoemde voorbeelden van sabo
tage betreft: eerst in het najaar is tot plaatsing van een
benzine-pomp besloten, terwijl nog zeer kort geleden door
den Directeur machtiging is gevraagd om de paarden te
verkoopen.
De heer KOOPERBERG: Weet U dat zeker? Ik meen,
dat er maar één paard verkocht is.
De heer MOLL bevestigt zijn zooeven gedane mededeeling.
De heer KOOPERBERG betreurt het, dat de heer Mol'
hem thans in alles tegenspreekt, terwijl deze het in de com
missie-vergadering volkomen met hem eens was. De heer
E 1 i c h kan zulks getuigen.
De VOORZITTER vindt, dat dergelijke zaken beter in
een commissie-vergadering kunnen worden besproken. Spr.
betwijfelt, of de beide ophaalwagens, welke de heer
Kooperberg voor f 11.000 te koop wist, van dezelfde
kwaliteit waren als de thans aangeschafte. Vervolgens zegt
Spr., dat het niet juist is te spreken van een verlies van
f 70.000: de gemeente-reiniging is geen bedrijf; men moet
nu eenmaal kosten overhebben voor de reiniging van de stad.
De heer KOOPERBERGDit behoeft bij wijze van
spreken maar f 50.000 te kosten als de dienst zuiniger werd
beheerd. Ik heb daartoe in de commissie een voorstel gedaan.