1094 29 DECEMBER 1925. moeten blijven, omdat de nieuwe overweg naar den Belcrum- polder beslist niet eerder gereed kan zijn. In dit geval dient toch huur te worden betaald en dus ook te worden geraamd. Is wegens afloopen van het contract op 31 December e.k. nog geen overeenkomst getroffen, dan dient de huur in elk geval voor memorie te worden genoemd. De heer PELSTER antwoordt, dat de zaak zal worden nagegaan. De heer ZIJLMANS vraagt, of het niet mogelijk is mor gen daarover inlichtingen te verstrekken. De VOORZITTEREr is toch bij het afdeelingsonder- zoek alle gelegenheid geweest om dergelijke opmerkingen te maken. Waarom komt de heer Z ij 1 m a n s daarmede thans aan? De heer ZIJLMANS meent toch het recht te hebben, bij de behandeling der begrooting vragen te stellen. De VOORZITTER: Er is geen sprake van, dat men niet het recht zou hebben vragen te stellen, maar zij kunnen onmogelijk direct beantwoord worden als de heer Z ij 1- m a n s niet aan de gewone methode van schriftelijke voor bereiding mededoet. De heer ZIJLMANS: Maar, deze zaak is urgent. Het contract loopt op 31 December af. De heer SPEYART VAN WOERDEN merkt op, dat de huur van het perceel Haagdijk vernieuwd is, zonder dat den Raad daartoe een voorstel heeft bereikt. De heer PELSTER Er is indertijd door den Raad aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1094