29 DECEMBER 1925. 1095 Burgemeester en Wethouders machtiging verleend, bedoeld perceel van jaar tot jaar te verhuren. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, of het College bereid is de inschrijvingsbiljetten betreffende de open bare verhuring van de landerijen bij de Cavalerie-kazerne aan den Raad over te leggen. De VOORZITTER zegt zulks toe. Volgnummer 196. Pacht van de jacht en visscherij. De heer MEIJVIS betreurt het, dat Burgemeester en Wethouders de vijvers in het Wilhelminapark niet wenschen beschikbaar te stellen voor het houden van hengelconcoursen en vischwedstrijden; in tal van plaatsen worden de vijvers in de parken daarvoor wel vrij gegeven. Spr. vraagt, of over het antwoord van Burgemeester en Wethouders op zijn desbetreffend verzoek in het Centraal Rapport overleg is gepleegd met den Directeur van Openbare Werken. Hij begrijpt niet, waarom de taluds van de vijvers in het Wil helminapark daardoor wèl beschadigd zouden worden en de taluds van de singelgrachten niet. De VOORZITTER wijst er op, dat die taluds met groote kosten in orde worden gebracht. De heer MEIJVISHet is maar voor een paar keer per jaar; alleen ter gelegenheid van een concours. De VOORZITTER: Burgemeester en Wethouders zullen de zaak nog eens onder de oogen zien. Het volgnummer 196 wordt daarop onveranderd goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1095