1102 30 DECEMBER 1925. De VOORZITTER: Het verschil tusschen Cato en U is, dat Cato een zeer vast omlijnd plan had, n. 1. Carthago ten val te brengen, terwijl dat, wat U wil, vrij onduidelijk tot ons komt. De heer VAN WERKHOOVEN heeft alleen de stemming van Burgemeester en Wethouders op dit punt willen peilen. De heer MOLL zegt, dat de heer Van W erkhooven toch moest weten, dat er op dit gebied voor fabrieksmeisjes reeds ontzettend veel gedaan wordt. Van R. K. zijde is in de buurt van de Kunstzijde-fabriek een pand daarvoor inge richt. Zeer vele van die meisjes bezoeken ook het patronaat. De heer VAN WERKHOOVEN boort dit met genoegen. Spr. vraagt, of er van die zijde nooit om een gemeentelijke subsidie is verzocht. De heer MOLL: Zij hebben dit niet gevraagd. 6. Openbaar voorbereidend lager onderwijs. De heer VAN WERKHOOVEN zegt het volgende: Zooals reeds bij de algemeene beschouwingen door mij is gezegd, heeft de botte afwijzing van ons verzoek tot oprich ting van openbare bewaarscholen me onaangenaam getroffen. Ik hoop echter, wanneer straks een stemming gevraagd zal worden, over het ai of niet wenschelijke dier oprichting, dat dan vele leden door de hier, zoowel door anderen als door mij gesproken woorden, een anderen kijk op de zaak in kwestie zullen hebben gekregen, en, overtuigd van de billijk heid, er voor zullen stemmen om te dezer zake een post, al of niet pro memorie, op deze begrooting uit te trekken. In de hoop, hieraan door mijn woorden iets te kunnen bijdragen, zij het mij vergund er nog het een en ander over te mogen zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1102