1108 30 DECEMBER 1925. bekeken in verhouding tot de zeer hooge kosten en de zeer weinige leerlingen, die zich daarvoor zouden aanmelden. Verder werd in dat prae-advies gezegd, dat, wilde men de zaak goed aanpakken, er twee openbare bewaarscholen be hoorden te worden opgericht. Burgemeester en Wethouders meenden daartoe niet te moeten raden. De meerderheid van den Raad heeft dat advies gevolgd en heeft besloten niet op het voorstel-H a a 1 m a n in te gaan. Nu kan men wel trachten om de zes maanden dit raadsbesluit te herroepen, doch laat men zich liever spiegelen aan het voorbeeld door Burgemeester en Wethouders in dergelijke gevallen gegeven. Dezen toonen deferentie voor de raadsbesluiten, ook al vinden zij die soms niet zoo goed. Vervolgens wijst Spr. er op, dat de Raad destijds het verzoek geenszins heeft afgewezen op principieele gronden; men heeft zich alleen wegens de hooge kosten f 8000) daartegen verzet. De heer Van W erkhooven stelt thans voor, op het raadsbesluit van 29 Juli j. 1. terug te komen. Over de motie zelve is geen prae-advies van Burgemeester en Wethouders noodig, doch zij houdt twee overwegingen in, welke nog weieens nader mogen worden bezien. De heer VAN WERKHOOVEN verzoekt, zijn motie direct in stemming te brengen. De VOORZITTER merkt op, dat de Raad thans vrij onvoltallig is. De heer VAN WERKHOOVEN zegt, dat de afwezige leden toch konden weten, dat deze motie zou komen. De VOORZITTER: Als U het per sé wil, dan zal ik de motie in stemming brengen, maar ik vind het beter haar thans niet te behandelen en haar op de eerstvolgende agenda te plaatsen uit deferentie voor de afwezige leden, alsmede om een dubbele behandeling te voorkomen. Bij de uitvoering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1108