30 DECEMBER 1925.
1111
houders te zenden om prae-advies, wanneer dit voorstel
mocht worden aangenomen.
De heer APPELBOOM heeft de vorige maal gestemd
voor de oprichting van een openbare bewaarschool. Spr. is
sindsdien niet van meening veranderd; hij zal dus voor de
motie-V a n W erkhooven stemmen en ook voor het
voorstel-H a a 1 m a n, tot het uittrekken van een memorie-
post. Spr. wil echter in overweging geven, gezien de on
voltalligheid der vergadering, de behandeling van motie en
voorstel tot een volgende vergadering uit te stellen. Wat
zal men er mede bereiken, als men die behandeling thans
doorzet? Men loopt dan de kans, dat later de definitieve
voorstellen in een meer voltallige vergadering toch weer
worden afgestemd. Spr. heeft altijd de hoop gekoesterd, dat
men aan de overzijde van de groene tafel de billijkheid van
de oprichting eener openbare bewaarschool zou gaan inzien.
Hij gelooft evenwel, dat die hoop ijdel is. Wanneer men
dan ook nu de behandeling van de zaak doordrijft, zal dit
later blijken een Pyrrhus-overwinning te zijn. Daarom vindt
hij het beter een voltalliger vergadering af te wachten.
De heer VAN WERKHOOVEN merkt op, dat de Voor
zitter de behandeling van de zaak wil uitstellen uit deferentie
voor de afwezige leden. Er is echter weieens meer gebruik
gemaakt van de omstandigheid, dat de vergadering niet
voltallig was. Bovendien is deze materie in de vergadering
van 29 Juli j. 1. zeer uitvoerig behandeld. De meerderheid,
waarmede het voorstel van den heer Haaiman destijds
is verworpen, was niet heel groot, terwijl de vergadering
toen nog onvoltalliger was dan nu.
De VOORZITTER: Daar gaat het niet om; de zaak
maakte toen een punt van de agenda uit.