1116 30 DECEMBER 1925. Tegen: de heeren Moll, Pelster, Korteweg, Kroon e, Elich, Schrauwen, Van Groenendael en Schlaghecke. Volgnummer 330. Vergoeding ingevolge art. 100 der L. O.-wei 1920 aan besturen van bijzondere scholen voor boventallige onderwijzers. De heer ZIJLMANS: Onder dit volgnummer is geen bedrag geraamd. Evenwel meen ik te weten, dat reeds in October 1924 door de Stichting Nutsscholen bij adres aan den Raad is gevraagd om restitutie voor boventallige leerkrachten over het tijdvak 1 Januari 1923 tot 1 September 1923 ten bedrage van ongeveer f 9400. Ik stel voor, inmiddels het bedrag in de begrooting op te nemen en dring bij Uw College op spoedige uitbetaling aan. De betrokken Stichting, die zelf moet leenen, heeft nu over ongeveer 1 1 4 jaar reeds, mijns inziens geheel onnoodig, een rente-verlies geleden van circa f 1000. De VOORZITTER antwoordt, dat bedoeld adres binnen kort zal worden afgedaan. Het opnemen van een bedrag op deze begrooting is daarvoor niet noodig. De heer ZIJLMANS: Kan men dus op een spoedige betaling rekenen? De VOORZITTER: Op een spoedige behandeling. Volgnummer 408. Bijdrage in de kosten van Rijks hoogere burgerscholen. De heer ZIJLMANS: Als bijdrage' in de kosten der Rijks Hoogere Burgerschool is geraamd een bedrag abu f 10.000.-.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1116