1122 30 DECEMBER 1925. over zaken, de opvoeding en ontwikkeling rakende- En dan zou ik Uw College met klem willen verzoeken' deze en dergelijke subsidies niet te verlagen. Zelfs, al zou daardoor de in uitzicht gestelde belastingverlaging in het gedrang komen (wat echter, bij de betrekkelijke geringheid der aangevraagde subsidieverhoogingen wel niet het geval zal zijn), doch zelfs in dat geval ben ik overtuigd, de tolk van zeer velen te zijn, als ik desondanks hier een pleidooi houd voor verhoogde subsidie. Zeker, Mijnheer de Voorzitter, U zult aanvoeren, dat we, als bestuur van de Openbare Leeszaal, sedert het vorige jaar reeds weten, dat deze verlaging komen zou en dat we dus onze begrooting daarnaar hebben kunnen inrichten. Doch heeft U er kennis van genomen waarop we moeten bezuinigen om te kunnen kloppen? Rente en aflossing gaan door, salaria gaan door, onderhoud van gebouw enz. gaat door, onderhoud van boeken gaat door. Resteert: het aanschaf fen van nieuwe boeken en tijdschriften en het afschaffen van sommige bladen en periodieken. Er moet dus bezuinigd worden op, wat we de levenskracht, het ruggemerg van een leeszaal en boekerij zouden kunnen noemen. Ik hoop, Mijnheer de Voorzitter, dat deze enkele woorden er toe kunnen bijdragen, om de meening, in de Memorie van Antwoord weergegeven, te wijzigen en we, na afhan deling van deze begrooting, met vreugde het wijs beleid van Burgemeester en Wethouders kunnen prijzen en toe juichen, hetwelk ter rechter ure inzag, dat deze en dergelijke uitgaven geen verliespost, maar, vooral in de toekomst, eerder een winstpost zullen blijken te zijn. De heer PELSTER zal op de zaak zelve niet ingaan. Toch nopen de woorden van den heer Van Werk- h o o v e n Spr. tot het maken van een enkele opmerking. De heer Van W erkhooven heeft n. I. den indruk gewekt alsof men thans over den tijd van bezuiniging heen zou zijn. Dit is evenwel niet het gevalintegendeel, uitgaven,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1122