112 26 FEBRUARI 1925. „lijke kasgeldleening, maximum groot f 600.000.overeen- „komstig het hierbijgaande ontwerp-besluit." De heer APPELBOOM zegt, dat hem bij het nazien van de gemeente-rekening over het dienstjaar 1923 is gebleken, dat in den loop van dat jaar drie maal een belangrijk be drag op prolongatie geplaatst was, de laatste maal een bedrag van f 150.000.welke som afkomstig was van de kasgeld leening, gesloten bij de gemeente Hellendoorn. Waar het natuurlijk toe te juichen is, dat tijdelijk overtollig kasgeld rentegevend wordt belegd door plaatsing op prolongatie, rijst de vraag, of het geen aanbeveling zou verdienen om in deze een stap verder te gaan en al het kasgeld, voor zoover dit niet voor onmiddellijke uitbetaling noodig is, op rekening-courant te plaatsen en daarnaast voor grootere bedragen het uitzetten op prolongatie te behouden. Zoodoende zou rente gekweekt worden, welke nu verloren gaat. Immers het gebeurt nu vaak, dat de gemeente-ontvanger betrekkelijk groote bedragen in kas heeft, terwijl er toch geen voldoende aanleiding bestaat om deze bedragen op prolongatie te plaatsen. Vroeger had het a deposito geven van gelden bij eenige bank hier ter stede dit bezwaar, dat er voor de gemeente geen onderpand bestond. Waar nu echter de Amsterdamsche Bank sedert korten tijd hier ter stede een filiaal heeft geopend en de gemeente bij deze Bank wel een zoodanig onderpand heeft, doordat die Bank belast is met het verzilveren van de coupons en uitgelote obligaties van de gemeente-leeningen, zou het wellicht mogelijk zijn bij die Bank een rekening courant te openen. De heer KOOPERBERG is er niet voor om die gelden op prolongatie te zetten. Spr. geeft in overweging, ze liever in deposito te gevennog beter is, ze op rekening-courant te plaatsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 112