1130 30 DECEMBER 1925.
De heer VAN HATTEM vraagt, of de uitgaaf dan niet
bestreden zou kunnen worden uit het bedrag, dat overge
bleven is van den post, welke het vorig jaar voor de werk-
loozenzorg was uitgetrokken.
Vervolgens merkt Spr. op, dat de heer Moll alleen
rekening houdt met de georganiseerdende ongeorganiseer
den moeten echter toch ook leven. Niet alle vakorganisaties
zijn gesteld op nieuwe leden, die onder den drang van een
Regeeringsbesluit tot hen komen en het derhalve alleen om
de uitkeeringen bij werkloosheid te doen is. Spr. kan er
zich bij neerleggen, dat de ongeorganiseerden door het Bur
gerlijk Armbestuur worden gesteund, maar dan moeten de
uitkeeringen er ook naar zijnWij houden dan nog de
georganiseerden over, die op steun van de gemeente zijn
aangewezen. Spr. geeft gaarne toe, dat de werkloosheid hier
niet onrustbarend is, maar de toestand is momenteel toch
zóó, dat de z. g. uitgetrokkenen een wekelijksche uitkeering
moeten hebben, anders zal die toestand ongetwijfeld leiden
tot demoralisatie in de gezinnen. Spr. wijst in dit verband
op de bouwvakarbeiders, die slechts gedurende eenige weken
(38 dagen) per jaar uitkeering uit de werkloozenkas genieten.
En ditzelfde geldt ook voor tal van andere vakarbeiders.
Spr. betreurt daarom het ontbreken van een steunregeling.
Hij herhaalt, dat hij buitengewoon veel prijs stelt op werk
verschaffing en werkverruiming en geeft in overweging, de
gronden langs den Wilhelminasingel door de werkloozen
bouwrijp te laten maken. Spr. persisteert bij ziin voorstel
tot het verstrekken van een z. g. Kerstgave. Indien er, wat
de verantwoording van deze uitgaaf betreft, niets op ge
vonden kan worden, laten de raadsleden zich dan persoonlijk
daarvoor aansprakelijk stellen. Spr. verzoekt zijn voorstel
direct in stemming te brengen.
De VOORZITTER: Indien de raadsleden zich te voren
garant stellen voor de geleien, dan is daartegen geen bezwaar;
de zaak is door het College voldoende bekeken.