30 DECEMBER 1925. 1135
HOOFDSTUK XIV. KASVOORZIENINGEN.
Volgnummer 629. Rente en provisie van tijdelijk ter
voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen gelden.
De heer ZIJLMANS vraagt, of wel telkens het over
vloedig kasgeld uit de kas der bedrijven genomen wordt.
Als dit niet gebeurt, dan zou er renteverlies plaats hebben.
De heer PELSTER antwoordt, dat de kas der bedrijven
al sedert geruimen tijd zooveel mogelijk wordt uitgeput. Er
is tegenwoordig dan ook geen sprake meer van overvloedig
kasgeld.
De heer ZIJLMANS wijst er op, dat er te dien opzichte
voorschrirten bestaan. Spr. gelooft, dat er niet meer dan
f 10.000 in kas mag zijn.
Het volgnummer wordt daarop goedgekeurd.
De Hoofdstukken XV (Overige inkomsten en
uitgaven) en XVI (Onvoorziene uitgaven) worden
zonder eenige bemerking goedgekeurd.
KAPITAALDIENST.
De Hoofdstukken I tot en met V worden zonder
bemerkingen goedgekeurd.
HOOFDSTUK VI. OPENBARE WERKEN.
De heer ZIJLMANS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Ten vorigen jare heb ik gewezen op de noodzakelijkheid
om de brug aan de Haagpoort te verbreeden en het doet