114 26 FEBRUARI 1925. Den VOORZITTER ontgaat ten eenenmale het verband tusschen het aanhangig voorstel en den toestand in de Dieststraat. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het vaststellen eener algemeene verbodsbepaling, betreffende het aannemen van giften of geschenken door personeel in dienst der gemeente. De VOORZITTER zegt, dat de behandeling van dit punt dient te worden aangehouden tot een volgende ver gadering. Daartoe wordt besloten. 13. Adres van G. Merks, daarbij ontheffing verzoe kende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van de verbouwing van een kantoor tot woonhuis in een gang aan de Boschstraat. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders, om op het verzoek afwijzend te beschikken (aan gehouden in de vorige vergadering). Den heer ZIJLMANS, die den vorigen keer aanhouding van deze zaak heeft verzocht, wil het, nadat hij zich ter plaatse op de hoogte heeft gesteld, voorkomen, dat de Raad de gevraagde ontheffing niet moet verleenen. De heer LOOMANS verklaart, een tegenovergestelde meening te zijn toegedaan. Adressant is genegen de vóór

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 114