118 26 FEBRUARI 1925. De heer HAALMAN dankt den heer Moll voor diens toelichtinghij had ook al niet begrepen, waarom Burge meester en Wethouders voorstelden dit punt aan te houden. Spr. gaat volkomen accoord met den wensch van Burge meester en Wethouders om een beginsel-besluit uit te lokken. Hij stelt er prijs op te verklaren, dat zijn voorstel geen persoonlijk karakter draagt. Het is dan ook niet zijn bedoe ling om de heeren, die op het oogenblik als z. g. neutrale leden in de commissie zitting hebben, terstond daaruit te werpen. De VOORZITTER zegt, dat, als de Raad ertoe over gaat, de twee neutrale leden te laten vallen, de gewijzigde omstandigheden daarvan de oorzaak zijn. De grondgedachte, welke aan de tegenwoordige samenstelling der commissie het aanzijn heeft geschonken, is deze geweest, dat, de steun- verleening een zaak van zooveel belang is, dat ook anderen dan direct belanghebbenden in de commissie zitting dienen te hebben. In den loop der tijden is in zake de steunver- leening veel veranderd; de commissie bepaalt zich thans vrijwel geheel tot werkloozenaangelegenheden en de bedoeling is die beperking volstrekt te makenvandaar dat het over weging verdient, de z. g. neutrale leden te laten plaats maken voor leden-werkgevers en leden-werknemers. Ten slotte merkt Spr. op, dat, indien het voorstel-H a a 1 m a n mocht worden aangenomen, tevens is beschikt op het adres van den Bredaschen Bestuurdersbond, om het aantal leden der commissie met twee uit te breiden. Het voorstel-H a a 1 m a n, om art. 9 der verordening op den dienst der werkloosheidsverzekering en ar beidsbemiddeling zoodanig te wijzigen, dat de com missie van advies behalve den voorzitter voortaan zal zijn samengesteld uit 4 leden-werkgevers of vertegenwoordigers van werkgevers en 4 leden werknemers of vertegenwoordigers van werknemers,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 118