5 FEBRUARI 1925. 11 T I a Mijnheer de Voorzitter, heeft den Gemeenteraad en de be volking van Breda tot vreugde gestemd. Gedurende de zesjarige periode van Uw burgemeesterschap hebt U toch, met bezielenden ijver, Uwe bekwaamheid en Uwe groote werkkracht gewijd aan de behartiging van de belangen der gemeente en hebt U de teugels van het bewind met even vaardige als vaste hand weten te voeren. 't Is voor mij een eer en een genoegen, krachtens traditie, de aangewezene te zijn om U, uit naam van den Raad, hartelijk geluk te mogen wenschen met het vertrouwen, dat de Hooge Regeering, bij vernieuwing, in U mocht stellen. Boven de deur in de vestibule van het raadhuis, toegang gevende tot de zaal, alwaar reeds in vroegere eeuwen, „Drossaert, Borgemeesteren, Schout en Schepenen en de Raedt der Stadt" hunne vergaderingen hielden, staat heden ten dage nog in gulden letteren gegrift de, voor met ambten bekleede personen, zoo behartigenswaardige Latijnsche spreuk Recie faciendo neminem timeas", welke spreuk in onze taal beduidt: ,,Doe wel en zie niet om". 't Lijdt geen twijfel, of U zult de ervaring hebben opge daan, dat, bij het vervullen van Uw taak, er niet zelden oogenblikken voorkomen, welke die taak geenszins benijdens waardig maken. Immers, hij, die aan den weg timmert, heeft veel bekijks. Laat daarom, Mijnheer de Voorzitter, bij al Uw doen en laten als Hoofd der gemeente, voor U steeds als richtsnoer blijven gelden: Wel te doen zonder om te zien. Namens den Gemeenteraad wensch ik U toe, dat U, in het bezit van een volmaakte gezondheid, Uw gewichtig en veelomvattend ambt, nog zéér veel jaren der gemeente Breda ten zege zult mogen bekleeden. De VOORZITTER wil nog een dankwoord spreken voor de vriendelijke woorden van den heer Cerutti. Spr.'s ge dachten gaan thans onwillekeurig zes jaren terug naar het oogenblik zijner installatie als Burgemeester van Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 11