12 5 FEBRUARI 1925. Sedertdien is zijn animo voor dat ambt geenszins verzwakt. Toentertijd stond hij voor een taak, die hem geheel nieuw was en kon dus de animo daarvoor misschien minder goed gefundeerd zijn. Thans na zes jaar lang met den Raad te hebben samengewerkt en zes jaar in deze stad te hebben gewoond, die hem inderdaad lief geworden is, is de lust in hem gewekt om zijn krachten steeds meer te gebruiken in het belang van deze gemeente. Spr. stelt de woorden van waardeering, zooeven tot hem gericht, bijzonder op prijs en hoopt altijd 's heeren Cerutti's woorden te blijven volgen „Doe wel en zie niet om." In het ambt van burgemeester stuit men weieens op moeilijkheden en het vereischt, dat men niet altijd toestemmend kan antwoorden, doch Spr. zal steeds consequent handelen met voorbijzien van de persoon lijke kanten. Spr. geeft ten slotte de verzekering, dat hij zal blijven werken aan het klimmende welvaren der stad, waar aan wij allen zoozeer gehecht zijn. Vervolgens deelt de VOORZITTER mede, dat bericht is ingekomen van de heeren Kluft en Van Sassevan Ysselt, dat zij, respectievelijk wegens ziekte en ambtsbe zigheden, niet in staat zijn deze vergadering bij te wonen. Daarop zegt de VOORZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 25 November en 22 December j. 1., overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst wat betreft de notulen van het verhandelde op 25 November j. 1. De heer ZIJLMANS wenscht op blz. 947, 12den regel van boven, het woord .uitstekend" te vervangen door uitvoerig" en voorts het op blz. 971 door hem gesprokene

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 12