140 26 FEBRUARI 1925. „is nog eens nagegaan en vooral zijn opgenomen de nood- „zakelijk aan te brengen versterkingen in zake onderslagbalken, fundeering enz. „Een en ander heeft de overtuiging geschonken, dat de „door den dienst der openbare werken nader aangeduide „herstellingen inderdaad dringend noodzakelijk zijn. „Als oorzaken van deze belangrijke afwijking van de .oorspronkelijke raming mogen worden genoemd: le. „dat de globale raming indertijd met eenigen spoed „moest worden opgemaakt, ten einde mogelijk te maken, „dat eenige dringende werkzaamheden in de zomer- „vacantie werden begonnen, om zoodoende voor den „aanvang van den wintercursus der avondschool „gereed te zijn; 2e. „dat tijdens de uitvoering van een gedeelte der voor genomen herstellingen de minder goede toestand „van het gebouw duidelijker merkbaar werd en, zooals „gewoonlijk voorkomt, tegenvalt; 3e. „dat het grondonderzoek de noodzakelijkheid deed „uitkomen, dat de fundeering op meer bijzondere „wijze moest worden voorzien; 4e. „dat de werken niet alleen dienen voor de inwendige „verbetering, maar tevens tot versterking, tot steun „van het bestaande werk; 5e. „dat door de tegenwoordige situatie van het gebouw, „in verband met den toestand, niets uitgeschakeld „kan worden van de voorgenomen herstellingswerken en 6e. „dat sommige gedeelten van het gebouw zoodanig „versleten zijn, dat vernieuwing dringend noodig is, „maar alsdan tegelijk meer verricht moet worden om „te voorkomen, dat na korten tijd grootere en duur- „dere reparatie moet geschieden. „De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, .deelde mede tegen de verhooging tot f 60.000.geen .bezwaar te hebben. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 140