26 FEBRUARI 1925.
141
,,voor te stellen, het crediet tot verbetering der Ambachts
school ad f 30.000. verleend in Uwe vergadering van
,,den 24 Juni 1924, te verhoogen tot f 60.000.
De heer HORNIX vraagt, waarom deze zaak niet in
handen van de Bouwcommissie is gesteld om advies, daar
zulks de vorige maal wel is gebeurd.
De VOORZITTER antwoordt, dat de kosten van de
verbetering destijds waren getaxeerd op f 30.000. Later,
toen men verder is gaan navorschen, is gebleken, dat de
herstellingswerken op breedere basis moeten geschieden.
Wanneer de plannen daartoe gereed zijn, dan kan de Bouw
commissie daarover worden gehoord.
De heer ZIJLMANS zou de behandeling van dit voorstel
willen aanhouden totdat de Bouwcommissie over de plannen
gehoord is.
De VOORZITTER zegt, dat de zaak van zeer urgenten
aard is. De Raad heeft haar eigenlijk indertijd al goedgekeurd.
Het is een zeer eenvoudige zaak. Men heeft gedaan ge
kregen, dat het Rijk 70 van de kosten voor zijn rekening
neemt, zoodat er maar 30 ten laste van de gemeentekas
komt.
De heer ZIJLMANS verwondert er zich over, dat, juist
als deze zaak zoo eenvoudig is, Burgemeester en Wethouders
daarmede niet vroeger zijn gekomen en de Bouwcommissie
niet daarover hebben gehoord. De Voorzitter zegt nu wel:
„het Rijk zal 70 °/c der kosten betalen", maar bij slot van
rekening betalen de Bredasche belastingbetalers daaraan ook
mede. De Raad wordt thans ineens voor een fait accompli
gesteld.
De VOORZITTER: Indertijd is de zaak wel in de