148 26 FEBRUARI 1925. f 4.per dag gerekend. Echter moet voor patiënten van buiten de gemeente f 5.per dag betaald worden voor het gebruik van de barak en de daar aanwezige artikelen. Ingezetenen van Breda hebben gratis gebruik daarvan. Mijnheer de Voorzitter, uit dit alles zal den Raad vol doende zijn gebleken, dat er geen sprake is geweest van grove onware mededeelingen, evenmin van gebezigde ten- denz-verklaringen en dat ik niet zal volgen den weg, door den Heer Burgemeester van Princenhage mij aangegeven, om de mededeelingen in de vergadering van onzen Raad op 5 Februari j. 1., in het openbaar terug te nemen. Integendeel, Mijnheer de Voorzitter, zoolang er zulke ontzettende wantoestanden bestaan in de buitengemeenten, welke een gevaar opleveren voor de inwoners onzer stad, zal 'ik zoo dikwijls het van pas komt, op deze treurige en voor de volksgezondheid ergerlijke toestanden blijven wijzen. Ik doe ten slotte een beroep op de pers, die de ingezonden stukken van het Anti-Annexatie-Comité en van den Burge meester van Princenhage heeft opgenomen, om ook deze toelichting op te nemen. De besprekingen omtrent deze aangelegenheid zijn hiermede geëindigd. 33. De heer HAALMAN, die den Voorzitter reeds schriftelijk verzocht had in deze vergadering een interpellatie te mogen houden in zake den verkoop van de gascokes en de wijze, waarop daarbij de commissie van bijstand voor de bedrijven is genegeerd, deelt mede, dat het niet alleen in zijn bedoeling lag Burgemeester en Wethouders enkele vragen te stellen, maar ook om deze aangelegenheid aan een breedvoerige bespreking te onderwerpen. Met het oog op het gevorderd uur heeft Spr. echter geen bezwaar om zijn interpellatie uit te stellen, mits deze vooraan op de agenda voor de volgende vergadering wordt geplaatst. Spr. zal zijn vragen aan het College vóór dien tijd indienen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 148