26 FEBRUARI 1925.
149
De VOORZITTER zegt, dat tegen het verzoek van den
heer Haaiman geen bezwaar bestaat.
Het houden van deze interpellatie wordt daarop
uitgesteld tot de volgende vergadering.
Rondvraag.
1. De heer CERUTTI begint met erop te wijzen, dat
indertijd is besloten de gemeente-begrooting, alvorens haar
in den Raad te behandelen, in de afdeelingen te doen onder
zoeken. De samenstelling dier afdeelingen geschiedt door
middel van loting. Nu hebben bij de laatst gehouden loting
twee leden van nummer verwisseld. Spr. acht zulks in strijd
met het eenmaal genomen besluit en geeft die leden in
overweging, alsnog hunne juiste afdeeling op te geven.
De VOORZITTER is het eens met den heer Cerutti.
Hij verzoekt den heeren Cohen en Haaiman die
inmiddels te kennen hebben gegeven de bewuste leden te
zijn alsnog van afdeeling te verwisselen.
Door genoemde heeren wordt aan dit verzoek
voldaan, zoodat de heer Cohen thans zitting heeft
in de eerste afdeeling en de heer Haaiman in de
derde.
2. De heer NEVE merkt op, dat de marktgelden hier
in vergelijking met andere steden, b. v. Rotterdam, zeer hoog
zijn. Spr. zou, aangezien de koopkracht van het publiek is
verminderd, in overweging willen geven, de marktgelden te
herzien.
De VOORZITTER antwoordt, dat de opmerking van
den heer N e v e overgebracht zal worden aan den Markt
meester, die de zaak zal nagaan.