14 5 FEBRUARI 1925. en Princenhage, met nota van Burgemeester en Wethouders, luidende als volgt: „Het bij missive van Gedeputeerde Staten van 10 Sep tember 1924, G. no. 666, ons toegezonden wetsontwerp be treffende grenswijziging geeft ons aanleiding tot de volgende „beschouwing, die in de eerste plaats eene herinnering aan „den loop der zaak moge inhouden. „Toen in 1905 het destijds tot een voorstel van Gedepu teerde Staten leidende grenswijzigingsplan niet zijn beslag „kreeg, hoewel de noodzakelijkheid eener grenswijziging in „en buiten Breda werd erkend, bleek dit geenszins het begin „te zijn van eene periode, waarin het vraagstuk zou blijven „rusten. Evenals ook vóór dat tijdstip jarenlang was uitge zien naar eene oplossing, die aan de gemeente Breda mo gelijkheid van ontwikkeling zou bieden, bleef het vraagstuk „na 1905 aan de orde en hebben opvolgende gemeentebe sturen er hun aandacht aan gewijd. Voor zoover wij kunnen „nagaan was er geen College van Burgemeester en Wet houders, dat niet haakte en zocht naar zijne oplossing, geen „Raad waarin niet voor en na op de urgentie daarvan werd „gewezen, zij het dat de oorlogsperiode de aandacht vrijwel „geheel op andere zaken moest concentreeren. „In 1921 nam het Dagelijksch Bestuur der gemeente, na „bestudeering der quaestie, de vrijheid aan Gedeputeerde „Staten eene nota (d. d. 17 Mei 1921) te doen toekomen, „waarin de aangelegenheid andermaal aanhangig werd ge- „maakt. De nota was vergezeld van diverse kaarten, ook „met kadastrale aanduidingen van de wenschelijk geachte „nieuwe begrenzing. Het plan behelsde, kort weergegeven, „deze begrenzingten noorden der stad dacht men de grens „langs een terrein, dat ongeveer eene verdubbeling van den „Belcrumpolder inhield: ten westen zou de grens het Lies- „bosch en het zuidelijk deel van Princenhage omvatten; „langs Ulvenhout wilde men over Ypelaar de grens Ginneken- „Oosterhout bereiken en voorts de grens Ginneken-Oosterhout- „Teteringen; ten noorden van de spoorlijn Tilburg-Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 14