5 FEBRUARI 1925. 15 „werd het punt van uitgang boven den Belcrumpolder ontmoet. „In bedoelde nota, die den leden van Uwe Colleges in „afdruk is toegezonden, werd op de ondervonden en steeds „toenemende moeilijkheden van den tegenwoordigen toestand „gewezen en werden de argumenten naar voren gebracht, „welke eene voorziening ons als onzen voorgangers aller noodzakelijkst deden voorkomen. Die argumenten betroffen, „kort samengevat, de samenhoorigheid van Breda met zijne „aanwassen, de onmogelijkheid voor Breda om thans in „verschillende opzichten aan zijne roeping te beantwoorden „en, de billijkheid dat niet slechts een deel der bevolking „van het complex de lasten draagt van zaken, die ten gerieve „van een zooveel wijderen kring dan het administratieve „Breda worden in het leven geroepen. „Dit verzoek van Burgemeester en Wethouders van Breda „werd door Gedeputeerde Staten in handen van de gemeen tebesturen van Ginneken en Bavel, Princenhage en Tete- „ringen gesteld, die onder dagteekening van 8 November „1921 daaromtrent uitvoerig, volstrekt afwijzend adviseerden. „Dit advies, bevattende een gezamenlijk rapport en drie „missiven van de gemeentebesturen afzonderlijk, is eveneens „door ons gemeentebestuur in afschrift aan U overgelegd. „In de nota van Burgemeester en Wethouders van Breda „van 1 Juni 1922 aan Gedeputeerde Staten is op dat advies „in den breede ingegaan, zoowel op de opmerkingen ten „aanzien van onze vorige argumenteering, als op de pogingen, „die er toen reeds toe strekten te beduiden, dat de ingeze tenen van Breda er het best bij zouden varen als hun „territoir zou blijven beperkt tot de geheel volgebouwde „„benauwde veste", wier welgestelde bewoners, al mogen „zij zich niet minder dan te voren tot Breda aangetrokken „gevoelen, zich in steeds toenemende mate aan den rand „buiten deze gemeente vestigen. „Voor deze nota mogen wij Uwe hernieuwde aandacht „vragen. Het komt ons voor, dat hetgeen later ter bestrijding „van sommige punten is in het midden gebracht haar geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 15