160
2 APRIL 1925.
De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag
eervol te verleenen, onder dankbetuiging voor het vele, dat
de heer Jan zen sinds 1904 in het belang van de gemeente
heeft verricht.
Daartoe wordt besloten.
14. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter voorziening in de vacature van lid der commissie van
toezicht op het lager onderwijs (categorie „onderwijzer(es)
aan een bijzondere lagere school"), wegens het niet aannemen
der benoeming door mej. B. Jansen, in overleg met die
commissie, ter benoeming aanbevelende
le. H. J. J. van Roermund;
2e. H. van Gils.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, alle op den heer
Van Roermund.
Zoodat de heer H. J. J. van Roermund is
benoemd tot lid van de commissie van toezicht op
het lager onderwijs (categorie onderwijzerfesaan
een bijzondere school"), voor den gewonen tijd van
zitting.
De heer VAN WERKHOOVEN wil er zonder aanzien
des persoons de aandacht op vestigen, dat het ten zeerste
aanbeveling zou verdienen de candidaten eerst te verwittigen
van het voornemen om hen op de aanbeveling te plaatsen
b, v. Mejuffrouw Jansen wist er niets van, dat zij candidaat
gesteld was. Spr. verzoekt met zijn opmerking voortaan
rekening te houden, opdat önnoodige stemmingen worden
voorkomen.