162
2 APRIL 1925.
Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet
houders, om de gevraagde uitzondering toe te staan.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt besloten aan adressante de ge
vraagde ontheffing te verleenen onder de volgende
voorwaarden
a. dat geen verandering worde gebracht in de
grenzen van het perceel;
b. dat het gebouw niet van bestemming verandere
en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning
worde ingericht of gebruikt;
c. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet
de noodige teekeningen, ingericht volgens art.
105 der Bouwverordening, aan Burgemeester
en Wethouders ter goedkeuring worden aan
geboden
d. dat, wanneer binnen een jaar na de dagtee-
kening van dit besluit van de verleende ont
heffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht
wordt niet te zijn verleend
en onder bepaling, dat bij niet-nakoming van
een dezer voorwaarden de verleende uitzon
dering vervalt.
17. Adres van J. A. Dirven, directeur der Coöp. Han-
delsvereeniging N. C. Boerenbond, daarbij ontheffing ver
zoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve
van het bouwen van een houten schuurtje op het open ter-
tein van het perceel Tramsingel nos. 39/44.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond
heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare
Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet
houders, om de gevraagde uitzondering toe te staan.