168
2 APRIL 1925.
Voor: de heeren Moll, Neve, Bogmans, Schrau-
wen, Korteweg, Schlaghecke, Van Sasse van Ys-
selt, Van Werkhooven, Haaiman, Elich, Loomans,
Hornix, Cerutti, Speyart van Woerden, Van
Groenendael en Cohen.
Tegen: de heeren Koop er berg, Pels ter en Zijl mans.
20. Adres van Ch. Roelands, daarbij ontheffing ver- M
zoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve
van het bouwen eener schuur op het achtergedeelte van het
perceel aan den Chassésingel no. 24.
Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond
heidscommissie en van den Adjunct-directeur van Openbare
Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet
houders, om op dit verzoek afwijzend te beschikken.
De heer KORTEWEG zegt, dat het hier een zeer moeilijk
geval betreft. Het houten schuurtje, dat voor eenigen tijd
ter plaatse bestond, is afgebrand en nu wenscht adressant
daarvoor in de plaats een steenen schuur op te richten,
waaraan hij een koestal zou willen toevoegen. Uit een hy
giënisch oogpunt is op dit verzoek afwijzend geadviseerd.
Wanneer het hier de oprichting van een nieuw bedrijf gold,
zou Spr. zich daarmede kunnen vereenigen, doch thans staan
de koeien tegen den muur van de huiskamer, terwijl zij bij
inwilliging van het verzoek apart zullen komen te staan,
hetgeen in het belang van de gezondheid der bewoners zal
zijn. Het gevaar voor een vliegenplaag acht Spr. niet zoo
groot. Staat de Raad het verzoek niet toe, dan zal adressant
toch doorgaan met zijn bedrijf en zal daar een hooiberg
verrijzen. Spr. wilde een en ander even onder de aandacht
van den Raad brengen.
De heer PELSTER merkt op, dat het niet juist is, dat
de houten schuur zal vervangen worden door een steenen