174 2 APRIL 1925. aanvankelijk hoog waren, geleidelijk lager worden. Als stel regel moet worden aangenomen, dat de cokesprijzen daar mede in overeenstemming moeten worden gebracht. Het gevolg daarvan was, dat in den tijd, dat er de meeste vraag voor cokes was, de prijzen verlaagd moesten worden; dit is in December van het vorig jaar zelfs twee malen geschied. Daarbij kwam nog, dat de afgeloopen winter zich heeft gekenmerkt door zacht weder, hetgeen zeer veel invloed heeft uitgeoefend op den cokesverkoop. Het wil Spr. voor komen, dat deze politiek van verkoop niet bijzonder gelukkig is geweest. Immers het gunstige tijdstip voor het inslaan van cokes is tegen den winter. Spr. haalt in dit verband het voorbeeld aan van den manufacturier, die niet wacht tot Maart of April om zijn voorraad wintergoed uit te verkoopen, maar zulks in December of Januari doet. Hetzelfde geldt voor cokes, met dien verstande, dat de manufacturier zijn voorraad natuurlijk niet meer aanvult, terwijl de cokesvoor- raad van dag tot dag aangroeit. De Directie is niet op het gunstige tijdstip tot prijsverlaging overgegaan, maar eerst te elfder ure en toen nog tegen een prijs, de helft bedragende van den ofhcieelen. Later is gebleken, dat de Directie al eerder geprobeerd had zich van den grooten cokesvoorraad te ontdoen. Begin Februari waren door den Directeur aan biedingen gedaan aan groote afnemers tegen 65—57 ct. per H. L., enkele dagen later gevolgd door een offerte van 40 a 35 ct. per H. L., daarmede zijn eigen aanbieding onder gravende. Spr. wil in het midden laten, of dit een bewijs van goede koopmanstactiek is. Zoo bereikte de Gascom missie in Februari een voorstel om den prijs van de cokes te stellen op 40 ct. per H. L. de Directeur zag anders geen kans om ze kwijt te raken en tevens om 10.000 H. L. te verkoopen naar Rotterdam voor minstens 40 ct. per H. L. Er is toen in de Gascommissie critiek uitgeoefend op de cokespolitiek van de Directie, doch zij heeft zich noodgedwongen bij het voorstel moeten neerleggen. Maar, ware het toen de Gascommissie bekend geweest, dat enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 174