2 APRIL 1925. 175 dagen later de cokesprijs voor de ingezetenen met 50 zou worden verhoogd, dan zou zij natuurlijk nooit toestemming gegeven hebben om aan Rotterdam te verkoopen. Waarom moest nu die prijs, nadat er 1 a 2 dagen goedkoope brand stof beschikbaar was gesteld en toen er een groote toeloop van minderbedeelden kwam, direct weer worden verhoogd, terwijl Rotterdam 42 ct. per H. L. betaalde? Toch is dit nog niet het ergste. Toen de Bredasche brandstoffenhande- laren kwamen, werd door de Directie bepaald, dat zij niet meer konden krijgen dan 50 H. L. per dag. En dit gebeurde terwijl tusschen 1 en 15 Februari waren verkocht aan het Gasthuis 5000 H. L. a 32 ct., aan Gebrs. Smits 1000 H. L. a 35 ct.. aan Hoekstra te Oosterhout 500 H. L. a 38 ct., aan ,,de Schuur" 250 H. L. a 40 ct. en aan de Machinefabriek „Breda" 1200 H. L. a 35 ct. per H. L. Wanneer men daarbij nu nog in aanmerking neemt, dat enkele weken tevoren, n.l. op 14 Januari, aan het Diaconessenhuis 74 ct. per H. L. werd gevraagd en van dien prijs geen cent af kon, terwijl korten tijd later o.m. aan Oosi°.rhouï werd verkocht voor 38 ct., dan kan men eenigszins een' indruk krijgen van de wijze, waarop door de Directie der Gasfabriek met den cokesverkoop is omgesprongen. Vervolgens komt Spr. tot het tweede gedeelte van zijn interpellatie, n. 1. de wijze, waarop de commissie van bijstand werd genegeerd. In dit verband brengt Spr. in herinnering, dat een commissie van bijstand alleen kan worden ingesteld op voorstel van Burgemeester en Wethouders. Zoolang dus het College geen voorstel tot opheffing der commissie heeft gedaan, kan men daarin een bewijs zien, dat Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn van het nut en de noodzake lijkheid dier commissie en het spreekt dus vanzelf, dat de ambtenaren dienen mede te werken, opdat zij haar taak naar behooren kan vervullen. Het was derhalve niet zonder eenigen wrevel, dat de leden der Gascommissie uit een ad vertentie in de plaatselijke pers moesten vernemen, dat er ineens paal en perk was gesteld aan den verkoop van goed koope cokes aan de ingezetenen en dat tot tweemaal toe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 175