2 APRIL 1925. 189 £3» wing van den kademuur aan de Prinsenkade en de verbe tering van de verkeersmogelijkheid over die kade, luidende als volgt: „De kademuur van de Prinsenkade verkeert in een zeer „slechten toestand. Ongeveer in het midden is een gat in „het metselwerk ontstaan van pl.m. 1.75 M. lang, 0.5 M. „hoog en 0.5 M. diep. Van dat gat uit verspreiden zich „links en rechts en naar boven diepe scheuren tot 2.5 M. „lengte, waarin men gemakkelijk een Hinken stok kan steken. „Hoewel niet te constateeren, zal de samenstelling van den „muur ook op andere plaatsen vermoedelijk niet veel beter „zijn. Ook de toestand van het op den muur overgebouwde „trottoir is zeer bedenkelijk. Dit trottoir helt reeds geheel „naar de waterzijde over en eischt beslist verbetering, welke „op zich zelf niet is te verkrijgen, daar zij samenhangt met „de stabiliteit van den muur. „Met de vernieuwing van den kademuur kan samengaan „een verbetering van de verkeersmogelijkheid over de Prin- „senkade. Deze kade toch is te smal, heeft aan de zijde der „Hooge Brug een breedte van den rijweg van 7.40 M., „welke geleidelijk afneemt tot 5.03 M. aan de zijde der „Nieuwe Prinsenkade, terwijl bovendien de trottoirs ter „breedte van 11.3 M. verbetering behoeven. Vooral het „hoekpunt bij de Van Bergenstraat is zeer gevaarlijk, daar „men van de Prinsenkade komende geen voldoend uitzicht „heeft op de Nieuwe Prinsenkade en omgekeerd. „Het denkbeeld om verbetering te brengen in deze ver keersmoeilijkheden is niet nieuw. Reeds jaren geleden is „het plan gemaakt de rooilijn der Prinsenkade enkele meters „achteruit te brengen, waarvoor men begonnen is met ge deeltelijk aankoopen der betrokken perceelen. De nrs. 3678, „4669 en 6159 zijn dan ook reeds gemeentelijk eigendom. „De ervaring van de laatste jaren heeft geleerd, dat deze „methode slechts zeer langzaam tot het doel voertimmers „nu moeten nog de perceelen 4302, 4300 gedeeltelijk, 4303, „4304 en 6526 worden aangekocht, wat zeker niet spoedig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 189