2 APRIL 1925. 203 „gevoerd, zal ook na 1 April deze functie bestendigd moeten „blijven. Evenwel kan volstaan worden met de aanstelling „van een assistent-scheikundigedaar een in Delft gediplo- „meerd scheikundige op den duur niet noodig is. „Het salaris van dezen functionaris, die een behoorlijke „ontwikkeling met voldoende scheikundige en natuurkundige „kennis moet hebben, mag o. i. niet lager zijn, dan dat van „groep II der salarisregeling, waarin zijn ondergebracht „schrijver secretarie, concierge stadhuis, bode stadhuis, klerk „2e. klasse, schrijver arbeidsbeurs, concierge ziekenhuis. „Het salaris aan deze groep verbonden is f 1550.— „f 1850.(4 tweejaarlijksche verhoogingen van f 75.. „Deze salarieering steekt nog ongunstig af bij het loon der „werklieden der Gasfabriek, dat f 1600..a f 2000.— be draagt (sommigen zijn nog belangrijk hooger). „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U „voor te stellen ons te machtigen over te gaan tot de tij delijke aanstelling van een assistent-scheikundige aan de „Gasfabriek op een salaris van f 1550.— tot f 1850. De heer ZIJLMANS verklaart, namens de meerderheid der Gascommissie, dat zij het niet noodig acht een tijdelijk assistent-scheikundige aan te stellen, aangezien zij van oor deel is, dat bedoelde werkzaamheden best kunnen worden verricht door het tegenwoordig personeel. De heer KORTEWEG merkt op, dat de meerderheid der Gascommissie dit oordeel uitspreekt zonder zich te hebben overtuigd van de werkzaamheden, welke door den aan te stellen analyst zouden moeten worden verricht. De VOORZITTER sluit zich aan bij de woorden van den heer Korteweg. De wijze waarop de commissie haar conclusie staafde, kwam het College wel wat vreemd voor. De heer HAALMAN wil de houding van de Gascom-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 203