2 APRIL 1925.
205
De VOORZITTERHet gaat er hier over, of men te
beschikken heeft over den noodigen tijd. Spr. citeert in dit
verband uit het rapport van den Directeur over deze aan
gelegenheid.
De heer ZIJLMANS: Dikke woorden, anders niet
De VOORZITTER: Als men dat dikke woorden noemt,
dan doet men beter met een voorstel in te dienen om den
Directeur te ontslaan.
De heer SCHRAUWEN heeft zich wel degelijk op de
hoogte gesteld. Spr. was aanvankelijk niet voor aanstelling
van een assistent-scheikundige en de Directeur was eerst
ook niet van plan daartoe een voorstel te doen, doch thans
acht Spr. die aanstelling noodzakelijk.
De heer APPELBOOMAls om het uur een opname
moet worden gedaan, wie doet zulks dan, wanneer de analyst
er niet is? Indien het dan door een ander kan geschieden,
die daarvoor niet de noodige kennis bezit, dan zie ik niet
in, waarom dat anders ook niet zou kunnen gebeuren.
«3»
De VOORZITTER: Er zijn wel meer personen aan de
Gasfabriek, die daarvoor de noodige kennis bezitten, maar
men heeft niet steeds de beschikking over hen. Trouwens,
het gaat hier slechts om de aanstelling van een tijdelijke kracht.
De heer APPELBOOMDie op den duur wel een vaste
kracht zal worden!
De VOORZITTER komt daartegen op.
De heer ZIJLMANS geeft in overweging, het tijdelijk
zonder uitbreiding van personeel te probeeren.