21 APRIL 1925. 227 Wanneer men echter in aanmerking neemt, dat de op brengst der kohieren als gevolg van de daling van het be lastbaar inkomen voor 1923/24 ten aanzien van 1922/23 met 12 en voor 1924/25 ten aanzien van 1923/24 met 11 °l„ is gedaald en dat vele inkomens sedertdien niet on aanzienlijk zijn gedaald (o. a. die van de rijksambtenaren opnieuw met 10 "/c) dan schijnt het niet overdreven als men de algemeene daling van het belastbaar inkomen op een hoogere percentage dan 3 aanneemt. Bij een factor van 0.9 zal dus ternauwernood het benoo- digde bedrag verkregen worden. Wordt daarentegen de matige pensioenkorting van 5 toegepast (de -rijksambtenaren missen thans 18 '/2 °/0 van hun salaris van 1921) dan geeft dit een besparing van ruim f 42.000. wat gevoegd bij de fout ad f 10.C00.in den post salarissen van het politiepersoneel gemaakt, te samen f 52.000.— uitmaakt. De post 549 sub a zou dan verminderd kunnen worden tot f 317.000. zoodat als belastingopbrengst voor 1925/26 zou noodig zijn s/3 X f 313.000.f 469.500. Neemt men voor kwade posten een bedrag aan van f 50.000. dan zou dus de bruto opbrengst van de kohieren 1925/26 f 519.500.moeten bedragen. Stel verder, dat tengevolge van de daling der inkomens de opbrengst 1925/1926 vergeleken bij die van 1924/25 met 5 vermindert, dan zou bij een factor van 0.9 de opbrengst 1925/26 95°/, van f 620.000.- of f 589.000.- beloopen. Om de benoodigde opbrengst van f 519.500.te ver krijgen, zou dan kunnen worden volstaan met een factor van 0.8, zoodat bij eventueele aanneming van mijn voorstel voor het komende belastingjaar de factor zou kunnen worden verlaagd van 0.9 tot 0.8.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 227