22 5 FEBRUARI 1925. ,,tare gevestigd, een buitengewoon hoog getal zelfs voor „dichtbevolkte groote steden. Het aantal inwoners nam sinds „de ontmanteling in 1870 toe met 55.3 per H. A. Dit cijfer „bedroeg voor de gemeenten Ginneken c. a., Princenhage „en Teteringen respectievelijk 1.07, 1.2 en 2.7, welke toe neming voornamelijk op het „Bredasche deel" dier gemeenten „plaats had. „Zou men zich op het standpunt stellen, dat slechts eene „grenswijziging ware te aanvaarden, die Breda zeggingschap „geeft over eene wijde omgeving, waarin de omringende „gebouwen en ruime strooken onbebouwden grond onder „haar bestuur zouden komen, dan voldoet het voorgelegde „plan natuurlijk niet. De gang van zaken heeft uitgewezen, „dat eene zoodanige grenswijziging niet is te verkrijgen. „Anders staat men er tegenover, zoo men zich oplegt de „vraag te beantwoorden of langs den thans aangegeven weg ,,is te bereiken, dat Breda sociaal-economisch, financieel en „administratief van haar grootste moeilijkheden wordt bevrijd. „Hier kan een bevestigend antwoord niet uitblijven. Het „plan leidt er toe, dat voor woongelegenheid en industrie „terrein beschikbaar komt, dat voor beide de vereischte „indeeling en goede plaatsbestemming zullen zijn te verkrijgen, „dat diensten der gemeente binnen haar grenzen vestiging „kunnen vinden, dat een deel der gemeentereiniging niet „buiten de grens behoeft te liggen, dat eene veemarkt te „Breda kan worden gevestigd, dat het woonvraagstuk voor „de ambtenaren eene oplossing erlangt, dat de forensen- kwestie zeer veel van haar bezwaren verliest, dat naar „eenvormigen geest eene aan de eischen van practijk en „schoonheid beantwoordende uitbreiding der stad kan worden „ter hand genomen, welke nimmer valt te bereiken als be sturen van plattelandsgemeenten haar zullen hebben te „leiden, dat aan hetgeen de algemeene hygiëne vordert „effectvol aandacht kan worden besteed, dat verbeteringen, „welke het gemeentebestuur ten aanzien van het verkeer „aanbrengt en die den omringenden evenzeer als den inge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 22