21 APRIL 1925.
231
pensioenfonds te verkoopen en gesteld al dat het nu zoo
krap sluitend gemaakt jaar 1925 geen nadeelig saldo ople
verde, zal het toch zeker geen batig saldo opleveren van
dien aard, dat een daaruit putten voor den dienst 1926
doenlijk zou zijn. De f 65.000.die dit jaar uit 1924 ge
nomen worden, zullen dus ook niet beschikbaar zijn. Trou
wens, met het te vroeg beschikken over batige saldi moet
zoo spoedig mogelijk geëindigd worden. De hoogere ramin
gen, die dit jaar de begrooting helpen sluitend maken, van
winst gas, electriciteit, waterleiding en meer opbrengst van
het gedeelte inkomstenbelasting van het in het dienstjaar
eindigend belastingjaar zullen mogen worden gehandhaafd,
doch deze bedragen samen f 140.000.De ontbrekende
f 75.000.voor werkloozenzorg zullen dan naar ik vertrouw
wederom een voordeel zijn waar rekening mede is te houden.
Lichtpunten zullen dan voorts zijn, dat rente en aflossing
der crisisleening samen ad f 53.744.welke leening dit
jaar wordt afgelost, niet meer op de begrooting zullen druk
ken, terwijl dan ook naar wij hopen conversie zal hebben
plaats gehad, zoodat een lager bedrag aan rente zal behoeven
te worden opgebracht. Hiertegenover staat, dat o. a. in
1926 de nieuwe geneeskundige dienst in werking zal zijn,
die weer f 16.000.meer zal vragen.
Met deze factoren rekening houdend, kan aan de moge
lijkheid eener sluitende begrooting 1926 worden gedacht.
Veel nieuwe offers zullen echter niet gevraagd mogen worden
en zoo zal niet alleen 1925, maar ook nog 1926 geen be
lasting verlaging geven, maar zal bovendien bij elke uitgave,
die in den loop der jaren zal worden gevraagd, steeds angst
vallig onder het oog moeten worden gezien„waar zal de
dekking vandaan komen"? Waar toch noch dit jaar, noch
het volgend jaar op een batig saldo van eenige beteekenis
zal zijn te rekenen.
Intusschen zal ik mij op grond van deze beschouwingen
met het vooruitnemen der f 65.321.50 voor dit jaar kunnen
vereenigen.