234 21 APRIL 1925. hoe in 's-Boseh waar het vorig jaar pensioenkorting plaats vond, dit jaar bovendien salarisverlagingen zijn gevoteerd. Hoe in Arnhem waar reeds 4% werd gekort thans voor 1925 werd voorgesteld geleidelijke invoering van 8 1 2 korting intrekking vacantietoeslag voor ongehuwden -j- invoering der 48-urige werkweek. Wat de Arnhemsche Raad hieromtrent besliste ontging mij. En hoe worden steeds deze voorstellen verdedigd: Niet met een beroep op den financieelen toestand in de eerste plaats maar vooral met het oog op den teruggang van het indexcijfer sinds de salarisvaststelling, wijl gelijkblijvend salaris bij lager indexcijfer eigenlijk op salarisverhooging neerkomt en voorts teneinde wanverhouding met de sala rissen en loonen in particuliere bedrijven te voorkomen. Zoo wees Wethouder Smeenk in Arnhem erop, hoe in Am sterdam sociaal-democratische wethouders voorstelden behalve 8l/a°/o pensioen nog 10" o loon te korten, hoe in den Haag- schen Raad de heer Wit ter t van Hoogland verhaal van pensioenpremie goedkeurde om tot belastingverlaging over te gaan (en dat terwijl in den Haag de inkomstenbe lasting lager is dan in Breda en de opcenten op de vermo gensbelasting de helft bedragen). Ook het vorig jaar zijn reeds talrijke gemeenten voorgegaan. Waar echter verleden jaar Burgemeester en Wethouders hun steun aan het voor stel gaven en het nog geen meerderheid mocht verwerven, behoeft niet te worden getwijfeld, dat thans al zijn de om standigheden veel gunstiger voor een dergelijk voorstel geworden, een voorstel uit den Raad gedaan, zonder den steun van Burgemeester en Wethouders geen meerderheid mag verwachten, zoo zal door deze houding van Burge meester en Wethouders bereikt worden, dat het gemeente- personeel van Breda in een uitzonderingspositie komt te verkeeren tegenover het gemeentepersoneel in de meeste andere steden, tegenover het personeel in particuliere onder nemingen, tegenover het personeel in Rijksdienst; dat het hier door de daling van het indexcijfer feitelijk salarisver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 234