21 APRIL 1925
235
hooging geniet, terwijl belastingverlaging daardoor wordt
tegengehouden.
Is belastingverlaging hier noodig?
Mijnheer de Voorzitter, bij vergelijking met een groot
aantal gemeenten maakt Breda geen slecht figuur. 's-Herto-
genbosch, Tilburg, Apeldoorn, Hengelo, Arnhem, Hel,
Zutphen, Delft, Dordrecht, Gouda, Leiden, Schiedam, Vlaar-
dingen, Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Den Helder, Zaan
dam, Middelburg, Vlissingen, Amersfoort, Utrecht, Leeuwar
den, Enschede, Zwolle, Groningen, Assen, Maastricht en
Roermond heffen allen voor 1924 1925 hoogere belasting
naar het inkomen dan Breda. Voor Eindhoven, Nijmegen,
Den Haag, Rotterdam en Almelo vind ik lagere cijfers
in zooverre onderschrijf ik dan ook de uitlating van Bur
gemeester en Wethouders, dat de toestand der gemeente
niet ongunstig genoemd mag worden en juist deze opsom
ming is door mij gedaan mede om in deze dagen van an-
nexatie-bestrijding er op te wijzen, dat bijna alle grootere,
even groote en ietwat kleinere gemeenten in Nederland
hoogere belastingen op het inkomen heffen dan Breda. De
bestrijders van Breda zou ik willen wijzen op het door het
Centraal Bureau voor de Statistiek uitgegeven overzicht over
de gemeentelijke belastingdruk over het jaar 1924/1925.
Stemt dus dit feit tot verheugenis daarnaast moet ik
wijzen op een andere publicatie van het Centraal Bureau
voor de Statistiek. De beknopte Sociaal-Economische Kroniek
voor Nederland 4e. kwartaal 1924, waar blijkt hoe allent-
wege een belangrijke verlaging der gemeentelijke belasting
op het inkomen is ingetreden, gemiddeld tusschen de 20 en
30"/o, te Breda is hiervan geen sprake. In 1921/1922 0.98
1922 1923 0.9 1923,1924 0.7 1924 1925 0.9 °/0 en
1925 1926 waarschijnlijk weer 0.9°/»-
Op dit punt is een vergelijking met vele andere gemeenten
niet in het voordeel van Breda en zag ik gaarne de eerst
besproken gunstige verhouding bestendigd.
Niet alleen de meeste gemeenten hebben de noodzakelijk-