21 APRIL 1925.
237
van 3.210.700.tot f 2.655.700.alzoo met f 555.000.—
alzoo met 15°/0. Zien wij echter onder het oog, dat nog
door leening gedekt moeten worden f 25.500.- voor de
kosten der Hooge Brug, f 230.000.— voor werken in den
Belcrumpolder, f 130.000.voor gemeentehuisverbouwing,
f 60.000.voor verbouwing ambachtsschool enz., voor
welke posten reeds tot het aangaan van een kasgeldleening
werd besloten, terwijl zooals uit het voorstel daartoe bleek
in den loop van dit jaar het voorstel tot een definitieve
leening is te wachten, dan zal aan het eind van dit jaar
blijken, dat de schuld ten laste van den Algemeenen Dienst
sinds 31 December 1924 niet noemenswaardig is verminderd,
terwijl de toename aan gemeente-eigendommen niet zeer
belangrijk is. Te dien aanzien onderschrijf ik Burgemeester
en Wethouders niet, als zij den toestand der gemeente niet
ongunstig achten. Sinds 31 December 1914, toen de totale
schuld 1.819.040.— en die ten laste van den Algemeenen
Dienst f 1.129.440.bedroeg is de totale schuld tot
f 5.141.740.gestegen en die ten laste van den Algemeenen
Dienst tot f 2.655.700.of eigenlijk tot ruim f 3.000.000.
deze laatste alzoo met 150 °/0 toegenomen. Rente en aflossing
drukken thans op den Algemeenen Dienst met een totaal
bedrag van f 286.656.-, ruim de helft van het uit de in
komstenbelasting te halen bedrag.
Met het doen van voorstellen voor uit geldleening te
bekostigen werken worde dan ook zooveel mogelijk gewacht
totdat de schuld ten laste van den Algemeenen Dienst een
belangrijke daling heeft ondervonden.
Naast salarisverlaging en (- of) pensioenkorting is door
sommige leden gewezen op de mogelijkheid om op ander
gebied tot bezuiniging te komen.
Zoo is gewezen op het feit, dat de gemeente voor den
Algemeenen Dienst en de Bedrijven over tal van rijwielen
beschikt, waarvan aanschaffing en onderhoud telken jare
grooter bedragen vorderen. In overweging werd gegeven
een tegemoetkoming in de kosten van aanschaffing en onder-