238 21 APRIL 1925. houd. Burgemeester en Wethouders zijn hier niet voor, omdat zij verwaarloozing van het rijwiel vreezen. Deze op merking zou m. i. alleen grond hebben, indien de rijwielen eigendom der gemeente bleven, doch tegemoetkoming in de kosten van aanschaffing en onderhoud gaat uit van het standpunt, dat de rijwielen eigendom van het betreffende gemeentepersoneel zijn, hetwelk er dan zelf belang bij heeft deze niet te verwaarloozen. Bij het Rijk wijst de practijk dit ook uit. U zult mij toegeven. Mijnheer de Voorzitter, dat voor de politie in landelijk terrein een goed rijwiel eerste vereischte is. Welnu Rijksveldwacht, noch Kon. Marechaussée krijgen van het Rijk een rijwiel ter beschikking. De Rijksveldwacht krijgt voor tegemoetkoming in kosten van aanschaffing en onderhoud van een rijwiel f 45.— 's jaars, de Marechaussée 10 ets. per dag. Waarom kan, wat bij het Rijk kan, niet bij een gemeente? Zoo zijn er op meer detailpunten bezuinigingsvoorstellen gedaan. Ik zou echter buiten het kader der Algemeene Be schouwingen geraken, wanneer ik daar thans verder op inging, wellicht is daar bij de betreffende artikelen aanleiding toe. Ik moge het dan ook hierbij laten. De heer SCHLAGHECKE zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, Bij het doorlezen van de Memorie van Antwoord op het Centraal Rapport was het mij een groote teleurstelling te moeten constateeren, dat Burgemeester en Wethouders niets schijnen te gevoelen voor den zoo bij uitstek socialen maat regel „de bevordering der Zondagsrust", zooals blijkt uit het antwoord op de gestelde vraag onder Zondagssluiting. Dit is ook duidelijk gebleken uit de traineering op het voorstel van mijn mede-raadslid, den heer Elich, toegepast, n. 1. het verbod van het venten van melk op Zondag, waarop zooeven reeds door den heer Elich is gewezen en welk voorstel door den Raad in zijne zitting van 22 Febru-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 238