21 APRIL 1925. 245 wenschen een pensioenkorting toe te passen op de salarissen en loonen der ambtenaren en werklieden. Spr. zal daarover weinig zeggen, aangezien die kwestie het vorig jaar al uit voerig besproken is. Alleen wil hij opmerken, dat er thans zeker geen sprake kan zijn van een pensioenkorting of sa larisvermindering, daar het indexcijfer juist na dien tijd is opgeloopen, hetgeen zeggen wil, dat de levensstandaard sindsdien hooger is geworden. Men heeft Den Bosch, Rot terdam en andere gemeenten genoemd, waar de salarissen verlaagd zijn of pensioenkorting is ingevoerd, maar men moet niet vergeten, dat dezerzijds altijd een zeer voorzichtige loonpolitiek is gevoerd. Men is hier om nu maar in de buurt te blijven altijd gebleven ver beneden de salarissen en loonen van Eindhoven, Den Bosch en Tilburg. En dit is zelfs thans nog het geval, trots de verlaging in die andere gemeenten. De heer Appelboom heeft nog gezegd, dat door invoering van een pensioenkorting ad 5 °/0 f 42.000. op de inkomstenbelasting zou worden bezuinigd. Spr. vindt zulks echter een groote onbillijkheid, want men zou dan op één enkele categorie van de burgerij een extra belasting gaan leggen, immers, die categorie moet straks ook nog het volle pond in de belasting betalen. Het voorstel van den heer Appelboom is dan ook uit een rechtvaardigheids oogpunt niet te verdedigen. De heer Appelboom beroept zich voorts op de wanverhouding, welke zou zijn ontstaan tusschen de salarissen van het gemeente-personeel en die van de Rijksambtenaren, alsmede van degenen, die werkzaam zijn in het particulier bedrijf. De heer Appelboom ver geet daarbij echter één ding, n. 1., dat toen men leefde in tijden van hoog conjunctuur degenen, die in het particulier bedrijf en in Rijksdienst werkzaam waren, de buit al lang en breed hadden binnengehaald eer men er toe overging de salarissen van het gemeente-personeel te verhoogen. Een pensioenkorting van 5°/0 noemt de heer Appelboom ma tig; Spr. vindt haar echter zeer ingrijpend. Hij doet een beroep op zijn medeleden om, gezien het feit, dat het index-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 245