248
21 APRIL 1925.
ten onrechte aannam; dus f 532.500.— en niet f 547.500.—
Er zou derhalve een speling zijn van f 562.000 f 532.500,
dus van f 30.000. Met deze speling kan de opbrengst der
kohieren voor 1925/26 ruim 5 °/0 minder zijn dan voor 1924/25
zonder dat de opbrengst lager wordt dan het als benoodigd
aangenomen bedrag.
De heer Speyart van Woerden heeft er de aandacht
op gevestigd, dat men in andere gemeenten wèl tot verlaging
der belasting is overgegaan en in Breda niet. Maar, dan
zou men eerst moeten weten, waardoor in die plaatsen ver
laagd kon wordenSpr. zou dat weieens willen weten. Hij
is nooit erg gesteld op zoodanige vergelijkingenmen weet
immers niet onder welke omstandigheden daar verlaging
heeft plaats gehad. Spr. kijkt liever naar de eigen gemeente.
De heeren Appelboom en Speyart van W o e r d e n
hebben voorts nog beweerd, dat, als men zoo doorging,
hier vooreerst geen verlaging van de inkomstenbelasting zou
kunnen geschieden. Spr. durft het niet vast te beweren, maar
hij heeft er toch wel een visioen van, dat reeds het volgend
jaar tot verlaging zal kunnen worden overgegaan. In 1926
immers zal er niets meer opgebracht behoeven te worden
voor de crisis- of distributieleeningen, waarvoor dit jaar nog
f 53744.is op te brengen. Deze leeningen zijn dan af
gelost. Verder zal in 1926 wel geen nadeelig slot van het
voorlaatste jaar te dekken zijn. Dit jaar moesten wij een
nadeelig slot dekken van 1923 van ongeveer f 120.000.
Te zamen dus een vermindering van lasten voor 1926 van
ruim f 170.000.Daartegenover staat echter, dat voor
1926 niet over een gedeelte van het vermoedelijk batig slot
van 1925 te beschikken zal zijn. Dit jaar beschikten wij
over f 65.000.— van het vermoedelijk batig slot van 1924.
Voor 1926 zal ook ontbreken het bedrag van f 30.000.
waarop wij voor 1925 rekenen wegens de liquidatie van
het gemeentelijk pensioenfonds. Voor de vermindering van
lasten voor 1926 blijft derhalve over f 170000 f 65000
f 30000 of f 75000. En dit bedrag is voldoende om