252 21 APRIL 1925. school-onderwijs. Dergelijke voorstellen werken remmend op het streven naar bezuiniging. Met betrekking tot het rijwiel-vraagstuk, kan Spr. mede- deelen, dat het nemen van een proef met inschrijving bij wijze van abonnement in onderzoek is. Resten nog ter bespreking de rechtspositie van de ambte naren en de winkelsluiting op Zondag. De heer Schlag- hecke erkent, dat de kwestie van de winkelsluiting een rijkszaak is. Daarbij doet zich het geval voor, dat de oplos sing van die kwestie hier in Breda in verband met de aan gebouwde gemeenten niet gemakkelijk is. De regeling van de rechtspositie der ambtenaren is een zaak, welke Burge meester en Wethouders niet zoo urgent lijkt, dat ander werk van belang er vertraging van moet ondervinden. In de prac- tijk heeft alhier het gemis van een zoodanige regeling zich niet zeer doen gevoelen. Wel is in de practijk gebleken, dat het bestaan van het Werkliedenreglement soms aan het verkrijgen van een goede oplossing van kwesties in den weg staat en dat wel ten nadeele van belanghebbenden. Staat men er echter op ten deze iets te verkrijgen, dan wil het College die zaak wel ter hand nemen. De heer SPEYART VAN WOERDEN erkent, dat er voor de uitlating van den heer P e 1 s t e r, dat het hem speet, dat Spr. zijn opmerkingen ten aanzien van de financiën niet bij het afdeelingsonderzoek heeft gemaakt, veel te zeggen is, maar hij was toen niet in de gelegenheid een goed over zicht te verkrijgen. Spr. wil een volgenden keer heel gaarne zijn opmerkingen in de afdeeling maken; ditmaal is hem dat echter onmogelijk geweest. De heer Pels ter heeft Spr.'s betoog somber genoemd. Het is echter niet zoo somber als de heer Pels ter wel heeft doen voorkomen. Om dit aan te toonen geeft Spr. een résumé van zijn rede. Zeer terecht heeft de heer Pels ter terstond het grootste lichtpunt uit Spr.'s betoog gelicht, n. 1. de erkenning van het feit, dat de plaatselijke inkomstenbe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 252