280 21 APRIL 1925.
■f»
laten. De heer Mans velt was dus eigenlijk belast met de me
waarneming van de werkzaamheden van drie functionarissen. de
Waarom zou men nu plotseling die plaatsen aanvullen, als
in een zooveel moeilijker tijdperk de dienst goed heeft ge-
marcheerd. ne
be
De VOORZITTER zegt, naar aanleiding van de vraag sir
van den heer N e v e, dat het hem voorkomt, dat een orga- he
nisatie in wier statuten een zoodanige bepaling ter neutrali- de
seering van straffen, door het rechtmatig gezag opgelegd, da
is opgenomen, geen rechtspersoonlijkheid moest bezittennii
Spr. acht een dergelijke bepaling in strijd met de openbare he
orde en heeft destijds de hoogere autoriteit daarop gewezen. he
Wat de kwestie van afschaffing van het klassenstelsel be- stc
treft dit is een herhaaldelijk terugkeerende vraag evenals oc
het dan terugkeerend antwoord, dat die prikkel moet behou- da
den blijven. Het is wenschelijk het klassenstelsel te behouden, zij
ook al meent Spr. in het vervolg voor allen den eisch van de
het diploma te kunnen stellen, dat geen extra belooning zal Le
behoeven. te:
di
De heer COHEN Wordt die eisch ook bij de indienst
neming van adjunct-inspecteurs gesteld Er is op het oogen- tic
blik maar één adjunct-inspecteur, die in het bezit is van het ag
inspecteursdiploma. vc
dc
De VOORZITTER: Het zou inderdaad zeer wenschelijk dc
zijn, ook bij de aanstelling van adjunct-inspecteurs dien eisch to
te stellen. j> he
De kwestie van de 52-urige werkweek is voor nader be
overwegen vatbaar, doch de nieuwe Commissaris is op het zv
oogenblik nog te kort hier dan dat die zaak reeds thans cc
een onderwerp van behandeling zou kunnen uitmaken. Al- ge
hoewel niet is gebleken, dat de tegenwoordige diensttijd
schade doet aan de nachtrust van het personeel, is Spr. lie
niettemin bereid alles te doen wat het hun aangenaam kan oj