21 APRIL 1925. 285 De heer VAN WERKHOOVEN vindt het zeer begrij pelijk, dat de tegenwoordige Regeering, die de Burgerwach ten in het leven heeft geroepen, prijs stelt op hun voortbe staan. Ook ziet Spr. heel goed in, dat het, de samenstelling van dezen Raad in aanmerking genomen, een onbegonnen werk is, om op schrapping van dezen post aan te dringen, maar hij zou in allen gemoede willen vragenwelk nut heeft nu toch een burgerwacht in ons gemoedelijk stadje Dat er heeren zijn, die gaarne schieten, kan toch geen reden zijn, om een dergelijk instituut in stand te houden die moeten dan maar lid van een schietvereeniging worden. De VOORZITTERHet nut bestaat hierin, dat wij de beschikking hebben over een kern van personen, die, wan neer zulks noodig mocht zijn, het gezag helpen handhaven en bezield zijn met goede nationale gevoelens. Het is wel de meest goedkoope wijze om de politie te versterken als op een zeker oogenblik de behoefte daaraan zich zou doen gevoelen. De heer VAN WERKHOOVEN hoopt, dat, als dezen zomer het kabinet-R u ij s duikelt, deze post het volgend jaar niet meer op de begrooting zal voorkomen. De heer APPELBOOM wil naar aanleiding van de woorden van den heer Neve even opmerken, dat hij ver leden jaar de inkrimping van het aantal politie-agenten niet heeft bepleit uit het oogpunt, dat er geen revolutie-gevaar meer bestaat. Spr. heeft het woord „revolutie" zelfs niet gebruikt; hij heeft alleen van opstootjes gesproken. Volgnummer 76 wordt alsnu onveranderd goed gekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 285