292 21 APRIL 1925. De VOORZITTER zegt, dat zulks onderzocht zal worden. Volgnummer 179 wordt daarop goedgekeurd. Volgnummer 180. Kosten van de gemeente-reiniging. De heer KOOPERBERG merkt op, dat, in het Antwoord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport wordt gezegd, dat de autotractie in de practijk is gebleken een voordeel te zijn. Men moet daarbij echter in aanmerking nemen, dat van zoo'n autovuilniswagen, die f 10.300 kost, om de twee jaar de banden vernieuwd moeten worden, wat een uitgaaf van f 1700 beteekent. Spr. gelooft dan ook, dat, niettegenstaande men het personeel en het aantal paarden heeft kunnen verminderen, men toch duurder uit is met automatisch vervoer. Spr. zou derhalve gaarne paal en perk willen zien gesteld aan de aanschaffing van motorwagens. De heer MOLL antwoordt, dat er hierbij geen sprake kan zijn van een voorstel tot aanschaffing van motorwagens. Spr. moet er tegen opkomen, dat autotractie duurder zou zijn; men heeft tot dusver het personeel reeds met 10 man kunnen inkrimpen. Daarbij komt nog, dat de autotractie nog niet volledig is doorgevoerd. Op het oogenblik kan met de vermindering van het aantal paarden niet worden voortgegaan, omdat de kólken-dienst meerdere voorziening eischt. De autotractie voert echter wel degelijk tot bezuiniging. De heer KOOPERBERG is dit niet met den heer Moll eens. De onderhoudspost is ditmaal zelfs hooger dan verleden jaar. Voordeel brengt de autotractie niet aan, wanneer men nagaat wat die wagens kosten aan afschrijving en rente van kapitaal en onderhoud. Spr. zou dan ook geen motorwagens meer willen aanschaffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 292