5 FEBRUARI 1925. 29 wezen der revolutie. Immers het historische recht aan de revolutie tegenovergesteld, is geen stilstaand recht, maar een dat de geschiedenis op den voet volgt, dat wil zeggen, zich voegt naar hetgeen historisch geworden is. Wanneer nu eene gemeente zich natuurlijk ontwikkeld heeft buiten de grenzen, haar door de wet gesteld, en wel zoo, dat de buiten wonenden feitelijk tot haar gemeenschap blijven behooren en het leven van deze in alle opzichten medeleven, terwijl zij in geenerlei natuurlijke betrekking staan tot die andere gemeente op welker gebied zij toevallig ver dwaald zijn, dan zou men meenen, dat de aard van het historische recht vorderde om de wettelijke grens met dezen feitelijken toestand in overeenstemming te brengen. Kan er in dit geval sprake zijn van willekeur, dan ligt die willekeur zeker niet in het gehoorzaam volgen van een natuurlijk ont wikkelingsproces, maar zeker wel in de gedwongen hand having van een scheidingslijn, welke de natuur sinds lang volkomen heeft uitgewischt." Mijnheer de Voorzitter, aan dit in 1883 geschrevene be hoeft -na ruim 40 jaar -nog niets te worden toegevoegd. Behoort Breda, met de uitwassen der omliggende gemeen ten, die als een polyp hare vangarmen om Breda hebben geslagen, niet vanzelfsprekend tot één gemeenschap en zijn daarop niet ten volle van toepassing, de beide eerste regels der inleiding, die wijlen Professor Oppenheim schreef tot zijn bekend standaardwerk, Het Nederlandsch Gemeenterecht, welke regels luiden als volgt: „In eene der Fransche wetten uit het tijdperk der omwen teling, wordt de gemeente omschreven alsUne societé de de citoyens, unis par des relations locales." Mijnheer de Voorzitter, zoo ergens, dan is hier toch wel sprake van „relations locales." Heb ik bereids uiteengezet, dat hier grenswijziging nood zakelijk is, mede meen ik te hebben aangetoond, dat zoowel de wetenschappelijke als de daadwerkelijke beteekenis van het begrip Gemeente zich niet alleen geenszins daartegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 29