23 APRIL 1925.
303
Alsnu wordt besloten het voorstel van den heer
Speyart van Woerden te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.
Volgnummer 388. Kosten van schoolfeestjes en reisjes.
De heer COHEN zegt, dat in verschillende gemeenten
wèl geld beschikbaar wordt gesteld voor het maken van
schoolreisjes. Spr. vraagt, of het nu niet mogelijk zou zijn
om ook hier de behoeftige schoolkinderen eens een kijkje
te laten nemen b. v. in Rotterdam of in Den Haag. Spr.
vindt dergelijke schoolreisjes zeer leerzaam en acht de gelden
daaraan nuttiger besteed dan aan de instandhouding van de
Burgerwacht.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Cohen
niet moet dénken, dat de lange stoeten van vreemde school
kinderen, die men van tijd tot tijd door Breda's straten ziet
trekken, daartoe van gemeentewege in de gelegenheid worden
gesteldzulks gaat meestal uit van een particulier comité.
Misschien wordt er weieens een enkele maal van gemeente
wege een bijdrage in de kosten gegeven, doch van dergelijke
subsidie-aanvragen is Spr. hier niets bekend. Trouwens, het
geldt hier een uitgaaf, die tot vrij groote consequenties aan
leiding geeft.
De heer COHEN zegt, dat men toch zal moeten toegeven,
dat zoodanige reisjes bevorderlijk zijn voor de algemeene
ontwikkeling van de kinderen. Hij is van meening, dat, als
er hier geen comité's zijn, die zich het maken van school
reisjes ten doel stellen, de gemeente daarin moet voorgaan.
De heer MOLL kan den heer Cohen inlichten, dat er
hier aan bijzondere scholen wèl zoodanige comité's bestaan.
Wanneer er dus aanvragen mochten komen, dan is het altijd
nog tijd genoeg om het verleenen van subsidie te overwegen.